Woord
We zeggen te weinig dankuwel,
maar ik voel je gewaardeerdheid toch.
Dus ik zeg alsjeblief, tegen de vrouw in de winkel en de man op de stoep.
We kijken uren rond, maar toch zien we niets.
Onze ogen zijn geopend, maar onze blik zegt niets.
Wanneer we schoonheid zien, sluiten we ze.
Omdat we jaloers worden niet te kunnen tippen.
Moeten we kunnen tippen?
Moeten we mee zijn?
Moeten we mee zijn met de tijd?
Mee zijn met de tijd is verkrimpen zegt Sam,
maar dus verkrimpen we liever dan dat we stilstaan.
Stilstaan is niet achteruit gaan,
stilstaan is pauze nemen,
ademen,
rond kijken,
waarderen en appreciëren.
En zo gaan we vooruit,
steeds dichter naar het volmaakte toe.
Als dat naast God bestaat.
Bestaat er iets naast God?
Of bestaan we enkel onder God?
Bestaat God?
God bestaat.
Net als jij en ik, maar dan anders.
Hoger en volmaakter, eeuwig en eindeloos.
Vragen worden gesteld en antwoorden worden gezocht.
Hier en nu, daar en morgen.
Gisteren ook.
Het dorp, het nest
Een plek in de stad
Geen één, maar een
Een plek waar iedereen iedereen groet
Een plek waar iedereen iedereen ontmoet
Een plek waar we kunnen leren, spelen, dromen en genieten
Een plek waar iedereen iedereen kent zonder iedereen te kennen
Een plek waar liefde is
Een plek waar liefde woont
Een plek met zijn gekke figuren en minnende wezens
Een plek waar iedereen zichzelf kan zijn
Omdat iedereen er zichzelf is
Een plek waar we kunnen schuilen en huilen
Een plek waar we zvewen en evolueren
Een plek waar vogels over ons nest vliegen
Een plek waar vogels over ons dorp vliegen
Een plek waar het Hof is
Een plek, een tuin van Eden
Een plek, het dorp, het nest
Terug naar huis